Vroeger
Op welke wijze in de vorige eeuw een uitslaande brand in de gemeente Weerselo werd bestreden, vinden we uitvoerig vermeld in: Ouden reglementen, ontworpen ter voorkoming en blussing in onze gemeente. Voor het jaar 1830 kende men in onze gemeente nog geen echte georganiseerde vorm van brandbestrijding. Als ergens brand uit brak in een huis, schuur of hooiberg, probeerden de bewoners met hulp van buren en omstanders, te redden wat er te redden viel. Met vereende krachten werd gepoogd de vlammen te blussen met emmers water uit putten en sloten. Er werd een lange rij gevormd en hierin werden de emmers met water doorgegeven tot aan de vuurhaard. Wat dan nog in de emmer zat, werd op het vuur gegooid. Er kon met recht van een druppel op de gloeiende plaat worden gesproken. Meestal brandden de gebouwen en schuren dan ook tot de grond toe af door gebrek aan voldoende bluswater. Het gemeentebestuur van Weerselo had destijds echter geen geld om zelfs maar een eenvoudige brandspuit aan te kunnen schaffen. Dit komt tot uiting in het verslag van een gehouden raadsvergadering op donderdag 12 februari 1828. Aan de orde kwam een schrijven van de gouverneur van de provincie Overijssel te Zwolle, waarin het gemeentebestuur van Weerselo werd geadviseerd over te gaan tot aankoop van een kleine handspuit voor de dorpen.
846
TS9LD2000HD230T800
Mercedes-Benz L608D29
Ajax-den hartog-Ziegler
39-85-TB
1977 t/m 2001
Fotograaf : Gerrit Lagerwerf
In de gemeenteraad werd echter in overweging genomen dat er in de gemeente Weerselo, geen plaats gevonden werd waar veel huizen bij elkaar stonden, met uitzondering van het Stift, het welk niet anders dan een klein gehucht genoemd kon worden, De onkosten tot aanschaffing van blusmiddelen voor zulk gering aantal huizen, zou voor de gemeente een veel te zware last zijn, waartegen slechts weinig ingezetenen enig voordeel zouden kunnen hebben. De gemeente zou de aanschaf van een kleine spuit met geen mogelijkheid kunnen bekostigen. Om het brandgevaar in de gemeente beter te kunnen tegengaan, besloot de Weerselose raad in de vergadering van 20 november 1828 een "Reglement tot voorkoming en blussing van brand" op te stellen en uit te vaardigen. In dit reglement werden ingezetenen gewezen op hun verplichtingen en hun gedrag bij dreigend brandgevaar. Een timmerman mocht in huis niet roken en een dakdekker op het dak evenmin. Als iemand des avonds of des nachts licht nodig had, diende hij een goede en afgeschermde lantaarn te gebruiken. Als de brand des nachts voorviel, waren de mannen die nachtwacht hadden, verplicht dadelijk ingezetenen te wekken en de brandmeester te waarschuwen. Ieder huisgezin moest voorzien zijn van een emmer en brandhaak, met daarop naam van de eigenaar, of ze moesten die aanschaffen als ze hiervan nog niet voorzien waren. Bij een uitslaande brand was elke inwoner verplicht zonder tijdsverzuim, een persoon uit zijn gezin met dit gereedschap naar de brandhaard te sturen. Hij moest aldaar de bevelen van de brandmeester opvolgen en niet vertrekken zonder daartoe verlof te hebben bekomen. Bij weerspannigheid of onwil van de betrokkenen, werd deze gestraft met een boete van twee gulden. Ook voor bovengenoemde verplichtingen werd bij niet nakoming daarvan straf opgelegd. In het voorjaar van 1830 wenste echter het gemeentebestuur van Weerselo niet langer te wachten met de aanschaf van tenminste een brandspuit.
Nieuwe kazerne voor Weerselo
Een nieuwe brandweerkazerne! De plek, de bouw, de gebruikers, de buurt en de bevolking vormen het ultieme voorbeeld van sociale cohesie in Weerselo.
Eerst was er in het dorp enige discussie over de plek - de brandweer zou beter gehuisvest kunnen worden op het industrieterrein - maar het korps drukt de kritiek meteen de kop in. "We hebben van alle Twentse korpsen een van de snelste uitruktijden. Binnen drie minuten zitten we in de wagen, hoezo zou dit geen goede plek zijn?" We legden precies de vinger op een van de zere plekken in de oplopende opkomsttijden waar het in het in het verleden, volgens de VBV, nogal eens is mis gegaan. De kazernes zijn geplaatst naar de randen van de verzorgingsgebieden. Hierdoor doen de Brandweer Vrijwilligers er veel langer over om er te komen en moeten dezelfde weg nog een keer afleggen in omgekeerde richting naar de plaats des onheils in het dorp of stad. Daarbij komt, zo schreef een Brandweer Vrijwilliger ons, wordt de verkeersdrukte niet minder maar nog steeds meer. Tel uit uw steeds groter wordende tijdsverlies!! De locatie van de kazerne bleef zoals die was.